bootje

de een zijn dood is de ander zijn boot
die gestolen is bedoel ik, van een handelaar op zee
die deze gekregen had, weer van een piraat, een echte,
zo-een als zwartbaart, maar dan van het nu,
we noemen hem paultje piraat,
die was zonder zorgen op een mooie morgen
uit gaan varen en kwam pardoes een mooi meneer tegen
en paultje was onder de indruk gekomen van dezen
want op de volle zee is dat bijzonder, zo enen mooien
dat hij handelaar was, viel hem tegen, paultje zei hem
op te zouten, anders zou hij hem wat
wat dan, zei de mooien. wat doe je dan
pardoes schonk paultje hem zijn boot en vluchtte
nee echt een held, was hij niet, onze paul
aldus een boot gekregen, was de handelaar blij toe
en vliedde weg, want er kwam een storm
zo zwaar, het werd donker als de nacht
de zee ging op en neer, huizenhoge golven
de boot echter, was sterk en fier
doorstond het weder, vertrok geen zier
eindelijk land in zicht en de mooien gaat voor anker
maar heeft niet door, dat er iemand is die aast
op zijn onlangs verkregen aanwinst
in het kraaiennest zat verhip een arend verscholen
die snode plannen zat te smeden en met
vermeende kracht draaide de vogel het anker op
en zeilde naar de … overkant